English
Detailed Translations for straight person from English to Dutch
straight person: (*Using Word and Sentence Splitter)
- straight: recht; loodrecht; lijnrecht; kaarsrecht; echt; eerlijk; oprecht; menens; rechtstreeks; regelrecht; linea recta; direct; ongezouten; vrij; open; vrijuit; vrijelijk; zuiver; puur; onvermengd; directe; straat; pokerterm voor straat; openlijk; cru; rechttoe rechtaan; volmondig; gewoonweg; rechttoe; rechtdoorzee; klinkklaar; openhartig; ronduit; onomwonden; onverbloemd; ruiterlijk; onverholen; gulweg; onbewimpeld
- person: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind
straight person:
Translation Matrix for straight person:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | heterosexual; heterosexual person; straight |