Summary
English to Dutch: more detail...
- supplied:
-
supply:
- leveren; bezorgen; aanleveren; brengen; afleveren; overhandigen; toeleveren; verstrekken; verschaffen; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen; bevoorraden; zenden; versturen; toedragen; toevoeren
- maatregel; voorziening; schikking; levering; zending; uitlevering; aflevering; leverantie; aanvoer; toevoer; bezorging; afgifte; geleverde
-
Wiktionary:
- supply → leveren, aanleveren, aanvoeren, bevoorraden
- supply → aanvoer, voorraad
- supply → beschikbaarstelling, verstrekken, verzorgen, zorgen, voeden, bestellen, leveren, afleveren, toevoeren, aanvoer, bevoorrading, leverantie, levering, toevoer, in de steek laten, laten varen, verlaten, vergeven, weggeven, wegschenken, aanbrengen, aangeven, klikken, verklikken, bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van, aanbieding, bod, aanbod, voorslag, voorstel, presentatie, uitvoering, voorstelling, optreden, offerte, voorzien in, bemiddelen, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, uitreiken, verschaffen, provisie, voorraad, proviandering, ravitaillering, voedselvoorziening, reserve, voorbehoud, voorziening, magazijn, provisiekamer, voorraadkamer, provisiekast, restrictie, bergplaats, bergruimte, bewaarplaats, opslag, opslagplaats
English
Detailed Translations for supplied from English to Dutch
supplied:
Translation Matrix for supplied:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
verstrekt | supplied |
Related Words for "supplied":
supplied form of supply:
-
to supply (deliver; provide; bring; send; furnish; put up for shipment; bring around; ship)
-
to supply (provide; furnish)
-
to supply (deliver; bring; provide; bring around; hand over to; furnish; send; ship; send round; give)
-
to supply (provision; stock up)
-
to supply (send; ship; mail)
-
to supply (feed; energize; ventilate; energise)
Conjugations for supply:
present
- supply
- supply
- supplies
- supply
- supply
- supply
simple past
- supplied
- supplied
- supplied
- supplied
- supplied
- supplied
present perfect
- have supplied
- have supplied
- has supplied
- have supplied
- have supplied
- have supplied
past continuous
- was supplying
- were supplying
- was supplying
- were supplying
- were supplying
- were supplying
future
- shall supply
- will supply
- will supply
- shall supply
- will supply
- will supply
continuous present
- am supplying
- are supplying
- is supplying
- are supplying
- are supplying
- are supplying
subjunctive
- be supplied
- be supplied
- be supplied
- be supplied
- be supplied
- be supplied
diverse
- supply!
- let's supply!
- supplied
- supplying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the supply (measure; provision; facility; decree; decision)
-
the supply (delivery; consignment; dispatch; sending; remittance; sending in)
-
the supply (supplies)
-
the supply (delivery; supplies)
-
the supply
de voorziening
Translation Matrix for supply:
Related Words for "supply":
Synonyms for "supply":
Antonyms for "supply":
Related Definitions for "supply":
Wiktionary Translations for supply:
supply
Cross Translation:
verb
supply
-
-
- supply → leveren; aanleveren
noun
-
het aanbrengen
-
het aangebrachte
-
wat voor later gebruik wordt opgeslagen
Cross Translation: