Summary
English to Dutch: more detail...
-
throwing stick:
-
Wiktionary:
throwing stick → werphout -
Synonyms for "throwing stick":
throwing board; spear thrower; dart thrower; device
boomerang; throw stick; projectile; missile
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for throwing stick from English to Dutch
throwing stick: (*Using Word and Sentence Splitter)
- throw: gooien; slingeren; gooi; worp; handeling van gooien; smijten; neergooien; op de grond gooien; naar beneden gooien
- throwing: gesmijt
- stick: plakken; kleven; vastlijmen; iets vastkleven; stok; staaf; staf; stang; baton; klitten; aan elkaar hangen; aaneenplakken; aan elkaar kleven; schacht; knuppel; knoet; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; blijven hangen; vast blijven hangen; lijmen; stagneren; pook; vastplakken; vastkleven; versnellingshandel; op hetzelfde niveau blijven; takje; loot; twijg; stam; phylum; samenplakken; vastkoeken; slaghout; hakhout; hockeystick; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; omhoogzitten
throwing stick:
Translation Matrix for throwing stick:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | boomerang; dart thrower; spear thrower; throw stick; throwing board |
Synonyms for "throwing stick":
Related Definitions for "throwing stick":
Wiktionary Translations for throwing stick:
throwing stick
noun
-
stick that is thrown as a weapon
- throwing stick → werphout
External Machine Translations: