English
Detailed Translations for topcoat from English to Dutch
topcoat: (*Using Word and Sentence Splitter)
- top: dop; sluitdop; dak; kap; koepel; overkapping; afdekkap; overdekking; toppunt; summum; top; piek; bergtop; kruin; hoogst haalbare; hoogtepunt; climax; knotten; bovenste; afknotten; huif; hoogste punt; hoger bieden
- coat: jas; huid; vel; mantel; overjas; jack; bedekken; met iets bestrijken
topcoat:
Translation Matrix for topcoat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | greatcoat; overcoat |