Summary
English to Dutch: more detail...
-
touch on:
The word touch on exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for touch on from English to Dutch
touch on: (*Using Word and Sentence Splitter)
- touch: voelen; aanraken; contact; aanraking; betreffen; raken; voeling; treffen; ontroeren; slaan op; beroeren; snufje; vleugje; waas; zweem; schijntje; flinter; floers; gevoel; sentiment; betasten; bevoelen; aangrijpen; tikje; klopje; kleine tik; aanstippen; aanroeren; even aanraken; toetsaanslag; roeren; toucheren; zitten aan; aangaan; belang inboezemen; zorg inboezemen
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
touch on:
Translation Matrix for touch on:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | affect; bear on; bear upon; bushel; come to; concern; doctor; fix; furbish up; have-to doe with; impact; mend; pertain; refer; relate; repair; restore; touch |
Synonyms for "touch on":
Antonyms for "touch on":
Related Definitions for "touch on":
External Machine Translations: