Summary
English to Dutch: more detail...
-
twist-biscuit:
The word twist-biscuit exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for twist-biscuit from English to Dutch
twist-biscuit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- twist: knoop; draai; lus; kronkel; kink; lusvormige kromming; onenigheid; meningsverschil; dispuut; woordenwisseling; draaien; rollen; kantelen; ronddraaien; roteren; wentelen; ruzieën; twisten; bekvechten; bakkeleien; hakketakken; omkeren; iets omdraaien; verwringen; zich wringen
- biscuit: koek; koekje; biscuit; biscuitje; kaakje; biskwietje; kleine kaak