English
Detailed Translations for two-base hit from English to Dutch
two-base hit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- two: twee; paar; koppel; twee stuks; tweetal; twee personen; getweeën; met zijn tweeën
- base: baseren; funderen; onderbouwen; onderheien; base; huis; verblijf; thuis; woning; residentie; woonhuis; grondslag; fundering; fundament; bouwfundament; grond; vloer; grondvlak; honk; grondtal; begronden; laagstaand; ploertig
- hit: beroeren; slaan; een klap geven; getroffen; aangeschoten; raken; treffen; ontroeren; geslagen; timmeren; meppen; hengsten; hard slaan; topper; kraker; klapper; schlager; succesnummer; kasstuk; succes; hit; bestseller; schot in de roos; raakschot; botsing; aanrijding; collisie; doelpunt; goal; treffer; successtuk
two-base hit:
Translation Matrix for two-base hit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | double; two-bagger; two-baser |
Synonyms for "two-base hit":
Related Definitions for "two-base hit":
External Machine Translations: