English
Detailed Translations for woman of the house from English to Dutch
woman of the house: (*Using Word and Sentence Splitter)
- woman: vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon; wijf
- of: van; van de zijde van
- the: het; de
- House: House
- house: verblijf; thuis; woning; residentie; woonhuis; huis; pand; perceel; onderbrengen; huizen; huisvesten; herbergen; accommoderen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; iemand huisvesten; bedrijf; maatschappij; onderneming; firma; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; handelsbedrijf; sterrenbeeld; stulp; optrekje
woman of the house:
Translation Matrix for woman of the house:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | homemaker; housewife; lady of the house |