Summary
English to Dutch: more detail...
-
word-splitting:
The word word-splitting exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "word-splitting":
hairsplitting; differentiation; distinction
-
Synonyms for "word-splitting":
English
Detailed Translations for word-splitting from English to Dutch
word-splitting: (*Using Word and Sentence Splitter)
- word: formuleren; in een formule brengen; woord; inkleden
- split: scheiden; splitsen; afscheiden; afzonderen; afsplitsen; separeren; loskoppelen; uitsplitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; gespleten; gevorkt; splijten; kloven; klieven; uiteensplijten; opening; gleuf; sleuf; kier; scheur; torn; hakken; afsplitsing; in stukken hakken; afsplijten; afsplijting; opkrassen
- splitting: splitsing; vertakking; aftakking; kruispunt; kruising; wegsplitsing; wegkruising; kruising van straten; overbrengen; aanbrengen; klikken; splijting; splitsen
word-splitting:
Translation Matrix for word-splitting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | hairsplitting |