Summary
English to Dutch: more detail...
- wreck:
-
Wiktionary:
- wreck → botsing, wrak
- wreck → beschadigen, ruïneren, verwoesten, ontmantelen
- wreck → wrak, in discrediet brengen, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten, ruïneren, te gronde richten, ten val brengen, verderven, aflaten, laten zakken, neerhalen, inkorten, verminderen, kleineren, afbreken, afgeven op, afkammen, trekken, een streep trekken, neerlaten, strijken, vellen, afdraaien, verlagen, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen, bouwval, ravage, puinhoop, ruïne
English
Detailed Translations for wreck from English to Dutch
wreck:
-
to wreck (devastate; destruct; ruin; eliminate; liquidate; work to death; exhaust; lay waste; wear out)
-
to wreck (demolish; break down; tear down; break up; destroy; tear loose; pull down; take down; get down; drag down)
afbreken; slopen; omverhalen; uit elkaar halen; breken; neerhalen-
uit elkaar halen verb (haal uit elkaar, haalt uit elkaar, haalde uit elkaar, haalden uit elkaar, uit elkaar gehaald)
-
to wreck (break; destroy; break into pieces)
Conjugations for wreck:
present
- wreck
- wreck
- wrecks
- wreck
- wreck
- wreck
simple past
- wrecked
- wrecked
- wrecked
- wrecked
- wrecked
- wrecked
present perfect
- have wrecked
- have wrecked
- has wrecked
- have wrecked
- have wrecked
- have wrecked
past continuous
- was wrecking
- were wrecking
- was wrecking
- were wrecking
- were wrecking
- were wrecking
future
- shall wreck
- will wreck
- will wreck
- shall wreck
- will wreck
- will wreck
continuous present
- am wrecking
- are wrecking
- is wrecking
- are wrecking
- are wrecking
- are wrecking
subjunctive
- be wrecked
- be wrecked
- be wrecked
- be wrecked
- be wrecked
- be wrecked
diverse
- wreck!
- let's wreck!
- wrecked
- wrecking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the wreck (ship wreck; wrecked ship)
-
the wreck (ruin; derelict; heap o rubbish; reject; misfit)
-
the wreck (ruins; remains)
Translation Matrix for wreck:
Related Words for "wreck":
Synonyms for "wreck":
Related Definitions for "wreck":
Wiktionary Translations for wreck:
wreck
Cross Translation:
noun
wreck
-
collision
- wreck → botsing
-
to cause severe damage
- wreck → beschadigen
-
to ruin
- wreck → ruïneren; verwoesten
-
to dismantle wrecked objects
- wreck → ontmantelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wreck | → wrak | ↔ Wrack — zerstörtes, schrottreifes Fahrzeug |
• wreck | → in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
• wreck | → bouwval; ravage; puinhoop; ruïne | ↔ ruine — dépérissement, destruction d’un bâtiment. |
• wreck | → wrak | ↔ épave — Véhicule rendu inutilisable |