Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
anteponer:
-
Wiktionary:
anteponer → prefereren -
Synonyms for "anteponer":
preferir; priorizar; favorecer; privilegiar; distinguir; diferenciar; predisponer
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for anteponer from Spanish to Dutch
anteponer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ante: om; vanwege; wegens; suède; overstaan; in aanwezigheid van
- poner: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; afspelen; bijzetten; wegleggen; inbrengen; instoppen; indoen; doen in; gebruik maken van; tonen; vertonen; tentoonstellen; exposeren; inschakelen; aandoen; aandraaien; regelen; aanbieden; laten zien; presenteren; voorleggen; offreren; arrangeren; iets op touw zetten; plaats toekennen; invoegen; inleggen; onderuit halen; iets neerleggen; tussenleggen
Spelling Suggestions for: anteponer
anteponer:
External Machine Translations: