Summary
Spanish to Dutch: more detail...
- eficacia:
-
Wiktionary:
- eficacia → doelmatigheid, doeltreffendheid, effectiviteit, efficiëntie, kracht
- eficacia → doeltreffendheid, kracht
Spanish
Detailed Translations for eficacia from Spanish to Dutch
eficacia:
-
la eficacia (efectividad)
-
la eficacia (rendimiento)
-
la eficacia (vigor; validez; vigencia; valentía; vitalidad; fuerza; fortaleza; energía; entusiasmo; ganas de trabajar; capacidad de trabajo; capacidad laboral)
Translation Matrix for eficacia:
Noun | Related Translations | Other Translations |
doelmatigheid | efectividad; eficacia | |
doeltreffendheid | efectividad; eficacia | |
effectiviteit | efectividad; eficacia | |
krachtdadigheid | capacidad de trabajo; capacidad laboral; eficacia; energía; entusiasmo; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; valentía; validez; vigencia; vigor; vitalidad | |
nuttig effect | eficacia; rendimiento | |
rendement | eficacia; rendimiento | beneficio; cosecha; rendimiento |
Related Words for "eficacia":
Synonyms for "eficacia":
Wiktionary Translations for eficacia:
eficacia
Cross Translation:
noun
-
het in overeenstemming zijn met de doelstellingen terwijl de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten
-
de mate waarin de uitkomst van een proces gerealiseerd wordt (onafhankelijk van de kostprijs)
-
het effectief zijn
-
de mate waarin nuttig gebruik gemaakt wordt van het beschikbare bij een bepaald proces
-
werkzaamheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eficacia | → doeltreffendheid | ↔ efficacy — ability to produce effect |
• eficacia | → kracht | ↔ Kraft — das menschliche Vermögen (körperliche, schöpferische Kraft) |
• eficacia | → kracht | ↔ Kraft — etwas den Dingen Innewohnendes (heilende Kraft) |