Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
intercambio de palabras:
-
Wiktionary:
intercambio de palabras → woordenwisseling
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for intercambio de palabras from Spanish to Dutch
intercambio de palabras: (*Using Word and Sentence Splitter)
- intercambiar: ruilen; uitwisselen; verruilen; wisselen; omwisselen; variëren; verwisselen; fluctueren; met elkaar verwarren
- intercambio: uitwisseling; omruiling; omwisseling; omruil; ruiling; ruiltransactie; ruilen; ruil; inruil
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- palabra: woord; taal; goudklomp; inleiding; voorwoord; introductie; meningsuiting; uitlating; proloog; voorbericht
- palabras: woorden; verwoording
Wiktionary Translations for intercambio de palabras:
intercambio de palabras
noun
-
onaangenaam twistgesprek.