Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
enfundar:
-
Wiktionary:
enfundar → bekleden, overtrekken, coveren, beleggen, dekken, bedekken, toedekken, accepteren, aannemen, ontvangen, kleden, aankleden, omkleden, staan, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, pleisteren, bepleisteren, stukadoren, behangen -
Synonyms for "enfundar":
envainar
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for enfundar from Spanish to Dutch
enfundar:
Synonyms for "enfundar":
Wiktionary Translations for enfundar:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• enfundar | → bekleden; overtrekken; coveren; beleggen; dekken; bedekken; toedekken | ↔ recouvrir — Couvrir de nouveau. (Sens général) |
• enfundar | → accepteren; aannemen; ontvangen; kleden; aankleden; omkleden; staan; bekleden; overtrekken; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; pleisteren; bepleisteren; stukadoren | ↔ revêtir — pourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin. |
• enfundar | → bekleden; overtrekken; behangen | ↔ tapisser — revêtir, orner de tapisserie les murailles d’une salle, d’une chambre, etc. note Se dit en parlant de la salle, de la pièce ou en parlant des choses qui les couvrent ou les tapissent. |