Spanish
Detailed Translations for estar de pie from Spanish to Dutch
estar de pie: (*Using Word and Sentence Splitter)
- estar: zijn; zich bevinden; uithangen; liggen; gelegen zijn; er zijn; aanwezig zijn; ergens zijn; zich ophouden; erbij zijn; tegenwoordig zijn
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- piar: zagen; knorren; snorren; ronken; tjilpen; kwetteren; emmeren; kwinkeleren
- pie: standaard; norm; commandovlag; statief; voet
Wiktionary Translations for estar de pie:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• estar de pie | → staan | ↔ stand — to support oneself on the feet in an erect position |
• estar de pie | → staan | ↔ être debout — Se tenir verticalement, sur ses pieds ou sur ses bases. |