Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: gemelos

Spanish and Dutch Translation Search Results for gemelos

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

gemelos:
- tweeling; tweelingen; toneelkijker
gemelo:
- manchetknoopje; één van de tweeling
Wiktionary:
- gemelos → meerling, tweeling
- gemelos → verrekijker
- gemelo → meerling
- gemelo → manchetknoop, tweeling

Spanish

Detailed Translations for gemelos from Spanish to Dutch

gemelos:

gemelos [el ~] noun

el gemelos (gemelas)
de tweeling; de tweelingen
- tweeling [de ~ (m)] noun
- tweelingen [de ~ (m)] noun, plural
el gemelos (prismáticos)
de toneelkijker
- toneelkijker [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for gemelos:

Noun	Related Translations	Other Translations
toneelkijker	gemelos; prismáticos
tweeling	gemelas; gemelos
tweelingen	gemelas; gemelos

Related Words for "gemelos":

gemelo

Synonyms for "gemelos":

binoculares; binóculo; anteojos; prismáticos; gafas; lentes
botones; mancuernas; broches
quevedos; antiparras

Wiktionary Translations for gemelos:

gemelos

noun

twee of meer kinderen of jongen uit één zwangerschap
- meerling → gemelo; gemelos; mellizo
twee wezens die met zijn tweeën tegelijk in één buik ontwikkeld zijn
- tweeling → gemelos

Cross Translation:

From	To	Via
• gemelos	→ verrekijker	↔ binoculars — hand-held device for looking at a distance.

gemelos form of gemelo:

gemelo [el ~] noun

el gemelo (mancorno)
het manchetknoopje
- manchetknoopje [het ~] noun
el gemelo
één van de tweeling
- één van de tweeling [znw.] noun

Translation Matrix for gemelo:

Noun	Related Translations	Other Translations
manchetknoopje	gemelo; mancorno
één van de tweeling	gemelo

Related Words for "gemelo":

gemelos, gemela, gemelas

Synonyms for "gemelo":

igual; idéntico; parejo; exacto
sosia; doble; par

Wiktionary Translations for gemelo:

gemelo

noun

twee of meer kinderen of jongen uit één zwangerschap
- meerling → gemelo; gemelos; mellizo

Cross Translation:

From	To	Via
• gemelo	→ manchetknoop	↔ cufflink — button used to hold a sleeve cuff together
• gemelo	→ tweeling	↔ twin — either of two people who shared the same uterus, or of two similar or closely related objects
• gemelo	→ manchetknoop	↔ bouton de manchette — couture\|fr attache décoratif utilisée pour maintenir la manche d’une chemise quand celle-ci a deux fentes surpiquées sur un poignet mousquetaire.