Spanish
Detailed Translations for hora pico from Spanish to Dutch
hora pico: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hora: uur; tijdsbestek van een uur; tijd; les; lesuur; tijdstip
- picar: eten; bikken; naar binnen werken; steken; prikken; steken geven; snijden; uitdagen; uitlokken; afsnijden; provoceren; aanleiding geven tot; ophitsen; kietelen; kriebelen; doorsteken; kittelen; erdoor steken; hakken; kappen; vellen; kerven; omhakken; houwen; kepen; inkerven; afbedelen; bomen kappen; inkepen; een inkeping maken; aanvreten; aanbijten; kartelen; toehappen; invreten; inbijten; afbikken; happen in; kartels krijgen; wegbikken; inetsen
- pico: mond; top; piek; bergtop; spits; centrumspits; hoogtepunt; toppunt; summum; hoogst haalbare; bek; snavel; muil; tuit; smoel; waffel; vogelbek; smoelwerk; tater; grote mond hebben; brutaal zijn; snebben; bergspits