Spanish
Detailed Translations for flor de pascua from Spanish to Dutch
flor de pascua: (*Using Word and Sentence Splitter)
- flor: bloem; voorplantingsorgaan van plant; bloesem; hoogtij; hoogtijdagen; bloeitijd; pegel; glorietijd; glansperiode; ijskegel
- flúor: fluor
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- país: land; landschap
- cuña: wig; keg; keil; schroefbank
Wiktionary Translations for flor de pascua:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flor de pascua | → kerstster | ↔ Weihnachtsstern — Botanik: Pflanze der Gattung Wolfsmilch mit auffälligen, intensiv gefärbten Hochblätter, die sternförmig angeordnet sind |
External Machine Translations: