Arrugar: translate Spanish

Remove Ads

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

arrugar:
- kreuken; verfrommelen; kreukelen; verkreukelen; rimpelen; opfrommelen; verfromfraaien
Wiktionary:
- arrugar → kreukelen, verfrommelen
- arrugar → kreuken, frommelen, kreukelen, verkreukelen, verfomfaaien, verfrommelen

Spanish

Detailed Translations for arrugar from Spanish to Dutch

arrugar:

arrugar verb

arrugar (estrujar; fruncir; arrugarse)
kreuken
- kreuken verb (kreuk, kreukt, kreukte, kreukten, gekreukt)
arrugar (rizar; estrujar; fruncir; arrugarse)
verfrommelen; kreukelen; verkreukelen
- verfrommelen verb (verfrommel, verfrommelt, verfrommelde, verfrommelden, verfrommeld)
- kreukelen verb (kreukel, kreukelt, kreukelde, kreukelden, gekreukeld)
- verkreukelen verb (verkreukel, verkreukelt, verkreukelde, verkreukelden, verkreukeld)
arrugar
rimpelen
- rimpelen verb (rimpel, rimpelt, rimpelde, rimpelden, gerimpeld)
arrugar
opfrommelen
- opfrommelen verb (frommel op, frommelt op, frommelde op, frommelden op, opgefrommeld)
arrugar (estrujar)
verfromfraaien
- verfromfraaien verb

Conjugations for arrugar:

presente

arrugo
arrugas
arruga
arrugamos
arrugáis
arrugan

imperfecto

arrugaba
arrugabas
arrugaba
arrugábamos
arrugabais
arrugaban

indefinido

arrugué
arrugaste
arrugó
arrugamos
arrugasteis
arrugaron

fut. de ind.

arrugaré
arrugarás
arrugará
arrugaremos
arrugaréis
arrugarán

condic.

arrugaría
arrugarías
arrugaría
arrugaríamos
arrugaríais
arrugarían

pres. de subj.

que arrugue
que arrugues
que arrugue
que arruguemos
que arruguéis
que arruguen

imp. de subj.

que arrugara
que arrugaras
que arrugara
que arrugáramos
que arrugarais
que arrugaran

miscelánea

¡arruga!
¡arrugad!
¡no arrugues!
¡no arruguéis!
arrugado
arrugando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for arrugar:

Verb	Related Translations	Other Translations
kreukelen	arrugar; arrugarse; estrujar; fruncir; rizar
kreuken	arrugar; arrugarse; estrujar; fruncir
opfrommelen	arrugar
rimpelen	arrugar
verfromfraaien	arrugar; estrujar
verfrommelen	arrugar; arrugarse; estrujar; fruncir; rizar
verkreukelen	arrugar; arrugarse; estrujar; fruncir; rizar

Wiktionary Translations for arrugar:

arrugar

verb

de vorming van kreukels op een voorheen glad oppervlak
- kreukelen → arrugar; estrujar
(overgankelijk) iets pletten, in elkaar drukken en/of samenknijpen tot een bolletje
- verfrommelen → arrugar; estrujar; apretujar

Cross Translation:

From	To	Via
• arrugar	→ kreuken	↔ wrinkle — to make wrinkles in; to cause to have wrinkles
• arrugar	→ frommelen; kreukelen; verkreukelen; verfomfaaien; verfrommelen	↔ froisser — frotter fortement, meurtrir par une pression violente.

External Machine Translations: