Spanish
Detailed Translations for mono zorro from Spanish to Dutch
mono zorro: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mono: snel; vlot; hip; modieus; trendy; flitsend; aap; lief; schattig; enig; vertederend; snoezig; dottig; leuk; aardig; sympathiek; eenmalig; uniek; charmant; bekoorlijk; aimabel; dolletjes; popperig; apart; gescheiden; afzonderlijk; vrijstaand; alleenstaand; op zich; separaat; losstaand; allerliefst; op zichzelf staand; alleraardigst
- moño: vlecht; knot; kluwen; wrong; knotje; knoedel; haarknot; knoedeltje; kuif; hanenkam; borstel; knuppel; haarborstel; knoet; vlok; dotje; haarkuif
- zorro: gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; slim; uitgeslapen; kien; clever; schrander; goochem; bij de pinken; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig; sluw mens; uitgekiend; scherpzinnig; berekenend; spitsvondig; vos; rekel; leperd; leperik
Wiktionary Translations for mono zorro:
mono zorro
noun
-
dierkunde|nld species|Tarsius spectrum halfaap die niet groter is dan een rat