Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. afilador:
  2. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for afiladora from Spanish to Dutch

afiladora form of afilador:

afilador [el ~] noun

  1. el afilador (amolador)
    de scharensliep
  2. el afilador (suavizador; asentador)
    de scheerriem

Translation Matrix for afilador:

NounRelated TranslationsOther Translations
scharensliep afilador; amolador
scheerriem afilador; asentador; suavizador

Related Words for "afilador":


Wiktionary Translations for afilador:

afilador
noun
  1. huishouden|nld stalen pen met fijne groeven waarlangs men een mes kan halen om dat te slijpen
  2. man die vroeger langs de deuren ging om scharen en/of messen te slijpen

Cross Translation:
FromToVia
afilador scharensliep; slijper; messenslijper; scharenslijper repasseur — Personne qui repasse une lame
afilador scharensliep; slijper; messenslijper; scharenslijper rémouleur — Celui qui aiguiser les couteaux, les ciseaux, etc., au moyen d’une meule.


Wiktionary Translations for afiladora:

afiladora
noun
  1. gereedschap|nld huishouden|nld kookkunst|nld machine om voorwerpen te slijpen (keukenmessen) of om iets af te slijpen (haakse slijper)