Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
formalista:
-
Wiktionary:
formalista → pedant, schools, formalistisch, eigengereid, litterair, formalist
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for formalista from Spanish to Dutch
formalista: (*Using Word and Sentence Splitter)
- forma: manier; procedure; wijze; methode; wijs; handelwijze; trant; figuur; gestalte; gedaante; postuur; vorm; conditie; in vorm zijn; silhouet; afgietsel; gietsel; lichaamslijn; afgieting; koers; valuta; wisselkoers; etiquette; herleidingskoers; pasvorm; schim; gedragslijn; inkleding; moedervorm; wijze van voorstellen; shape
- lista: tafel; lijst; tabel; overzicht; staat; opgave; opgaaf; staatje; lijst van gegevens; opsomming; opnoeming
- Lista: Lijst
- formar: vervaardigen; kneden; vormen; modelleren; boetseren; vorm geven; maken; scheppen; in het leven roepen; leren; onderwijzen; bijbrengen; afwijzen; verwerpen; verweren; afketsen; wegstemmen; terugwijzen; benoemen; aanstellen; opleiden; installeren; scholen; formeren; regelen; afstemmen; instellen; vormgeven; initiëren; arrangeren; op gang brengen; iets op touw zetten
- formarse: ontstaan; voortkomen; rijzen; oprijzen
Spelling Suggestions for: formalista
Wiktionary Translations for formalista:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• formalista | → pedant; schools; formalistisch; eigengereid; litterair | ↔ bookish — characterized by a method of expression generally found in books |
• formalista | → formalistisch | ↔ formalist — of or pertaining to formalism |
• formalista | → formalist | ↔ formalist — overly formal person |
External Machine Translations:
Dutch
Suggestions for formalista in Dutch
Spelling Suggestions for: formalista
External Machine Translations: