Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
caca:
- poep; schijt; stront; drek; kak; stuk poep; uitwerpsel; keutel; hoop; drol; feces; beer; fecaliën; excrementen; uitscheiding; uitwerpselen; poephoop; stronthoop
- Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for caca from Spanish to Dutch
caca:
-
la caca (mierda; excrementos; estiércol; caguada; cagarruta; heces fecales)
-
la caca
-
la caca (heces fecales; mierda; excrementos)
-
la caca (montón de mierda; cagarruta)
-
la caca (cagueta; cagajón)
Translation Matrix for caca:
Synonyms for "caca":
External Machine Translations: