Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate cuartos

Translate cuartos from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

cuartos:
- kamers; vertrekken
cuarto:
- kamer; ruimte in een gebouw; vertrekken; vertrek; kwarto; grote kamer; zaal; vierendeel
- vierde
Wiktionary:
- cuarto → kamer, kwart, lokaal, vertrek, vierendeel
- cuarto → vierde
- cuarto → slaapkamer, kwart, vierdeel, vierde, ruimte, kamer, zaal, vertrek, flat, appartement, plaats, vierendeel, lokaal

Spanish

Detailed Translations for cuartos from Spanish to Dutch

cuartos:

cuartos [el ~] noun

el cuartos
de kamers; de vertrekken
- kamers [de ~] noun, plural
- vertrekken [de ~] noun, plural

Translation Matrix for cuartos:

Noun	Related Translations	Other Translations
kamers	cuartos
vertrekken	cuartos	cuarto; fallecimiento; marcha; salidas; salir
Verb	Related Translations	Other Translations
vertrekken		abandonar; cesar; dejar; irse; irse de viaje; largarse; marcharse; partir; retirarse; salir

Related Words for "cuartos":

cuarto

Synonyms for "cuartos":

dinero; moneda; billete; efectivo; metálico; monises; parné; pasta; plata; mosca; boleto; bono; vale; tarjeta; tique; cupón; cédula; volante; carta; esquela; nota; misiva
guita; pelas

cuarto:

cuarto [el ~] noun

el cuarto
de kamer; ruimte in een gebouw; het vertrekken; het vertrek
- kamer [de ~] noun
- ruimte in een gebouw [znw.] noun
- vertrekken [het ~] noun
- vertrek [het ~] noun
el cuarto
het kwarto
- kwarto [het ~] noun
el cuarto (salón; sala)
grote kamer; de zaal
- grote kamer [znw.] noun
- zaal [de ~] noun
el cuarto (cuarta parte)
het vierendeel
- vierendeel [het ~] noun

cuarto

cuarto
vierde
- vierde

Translation Matrix for cuarto:

Noun	Related Translations	Other Translations
grote kamer	cuarto; sala; salón
kamer	cuarto	consejo de ministros; gabinete
kwarto	cuarto
ruimte in een gebouw	cuarto
vertrek	cuarto	salida
vertrekken	cuarto	cuartos; fallecimiento; marcha; salidas; salir
vierendeel	cuarta parte; cuarto
zaal	cuarto; sala; salón
Verb	Related Translations	Other Translations
vertrekken		abandonar; cesar; dejar; irse; irse de viaje; largarse; marcharse; partir; retirarse; salir
Other	Related Translations	Other Translations
vierde	cuarto

Related Words for "cuarto":

cuartos

Synonyms for "cuarto":

pieza; estancia; cuchitril; alcoba; dormitorio; habitación; aposento; cámara

Wiktionary Translations for cuarto:

cuarto

noun

deel van een huis
- kamer → cuarto; habitación
een vierde deel
- kwart → cuarto
een ruim vertrek dat voor een bepaald doel gebruikt wordt
- lokaal → cámara; cuarto; habitación; localidad; sitio
een afgesloten deel van een woning
- vertrek → cámara; cuarto; habitación
een vierde deel van iets
- vierendeel → cuarto

ordinal

nummer vier in een rij
- vierde → cuarto
gedeeld door vier (een kwart)
- vierde → cuarto

Cross Translation:

From	To	Via
• cuarto	→ slaapkamer	↔ bedroom — room in a house where a bed is kept for sleeping
• cuarto	→ kwart; vierdeel; vierde	↔ quarter — one of four equal parts
• cuarto	→ ruimte; kamer; zaal; vertrek	↔ room — division in a building
• cuarto	→ kwart	↔ Viertel — ein Teil von etwas durch vier teilen; 25 Prozent (%) von etwas
• cuarto	→ flat; appartement	↔ appartement — Ensemble de pièce formant une habitation indépendante dans un immeuble collectif.
• cuarto	→ slaapkamer	↔ chambre à coucher — pièce d’une habitation utilisée pour dormir, pour une personne ou peu de personnes.
• cuarto	→ kamer; plaats	↔ pièce — Partie d’un logement
• cuarto	→ kwart; vierde; vierendeel	↔ quart — Partie d’une unité subdivisée en quatre parties égales. 1/4.
• cuarto	→ kamer; lokaal; vertrek	↔ salle — pièce d’un bâtiment.

Related Translations for cuartos