Spanish

Detailed Translations for rellené from Spanish to Dutch

rellenar:

rellenar verb

  1. rellenar (llenar; colmar)
    vullen; bijvullen
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • bijvullen verb (vul bij, vult bij, vulde bij, vulden bij, bijgevuld)
  2. rellenar
    vullen; opvullen
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • opvullen verb (vul op, vult op, vulde op, vulden op, opgevuld)
  3. rellenar
    ophogen
    • ophogen verb (hoog op, hoogt op, hoogde op, hoogden op, opgehoogd)
  4. rellenar
    invullen
    • invullen verb (vul in, vult in, vulde in, vulden in, ingevuld)
  5. rellenar (llenar)
    vullen; volplempen; volmaken; volstorten
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • volplempen verb
    • volmaken verb (volmaak, volmaakt, volmaakte, volmaakten, volmaakt)
    • volstorten verb (stort vol, stortte vol, stortten vol, volgestort)
  6. rellenar (llenar)
    vullen; farceren; opvullen
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • farceren verb
    • opvullen verb (vul op, vult op, vulde op, vulden op, opgevuld)
  7. rellenar (llenar)
    vullen; volgooien; volgieten
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • volgooien verb (gooi vol, gooit vol, gooide vol, gooiden vol, volgegooid)
    • volgieten verb (giet vol, goot vol, goten vol, vol gegoten)
  8. rellenar (cerrar; cubrir; tapar; terraplenar)
    dichtgooien
    • dichtgooien verb (gooi dicht, gooit dicht, gooide dicht, gooiden dicht, dichtgegooid)
  9. rellenar (volver a llenar; llenar; repostar)
    bijvullen; bijtanken; bijschenken
    • bijvullen verb (vul bij, vult bij, vulde bij, vulden bij, bijgevuld)
    • bijtanken verb (tank bij, tankt bij, tankte bij, tankten bij, bijgetankt)
    • bijschenken verb (schenk bij, schenkt bij, schonk bij, schonken bij, bijgeschonken)
  10. rellenar (llenar; cargar; empastar; acolchar; colmar)
    plomberen; vullen
    • plomberen verb (plombeer, plombeert, plombeerde, plombeerden, geplobeerd)
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)

Conjugations for rellenar:

presente
  1. relleno
  2. rellenas
  3. rellena
  4. rellenamos
  5. rellenáis
  6. rellenan
imperfecto
  1. rellenaba
  2. rellenabas
  3. rellenaba
  4. rellenábamos
  5. rellenabais
  6. rellenaban
indefinido
  1. rellené
  2. rellenaste
  3. rellenó
  4. rellenamos
  5. rellenasteis
  6. rellenaron
fut. de ind.
  1. rellenaré
  2. rellenarás
  3. rellenará
  4. rellenaremos
  5. rellenaréis
  6. rellenarán
condic.
  1. rellenaría
  2. rellenarías
  3. rellenaría
  4. rellenaríamos
  5. rellenaríais
  6. rellenarían
pres. de subj.
  1. que rellene
  2. que rellenes
  3. que rellene
  4. que rellenemos
  5. que rellenéis
  6. que rellenen
imp. de subj.
  1. que rellenara
  2. que rellenaras
  3. que rellenara
  4. que rellenáramos
  5. que rellenarais
  6. que rellenaran
miscelánea
  1. ¡rellena!
  2. ¡rellenad!
  3. ¡no rellenes!
  4. ¡no rellenéis!
  5. rellenado
  6. rellenando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for rellenar:

NounRelated TranslationsOther Translations
invullen completación; cumplimiento; realización; rellenado; relleno
volplempen llenar
volstorten liberar completamente; llenar
VerbRelated TranslationsOther Translations
bijschenken llenar; rellenar; repostar; volver a llenar
bijtanken llenar; rellenar; repostar; volver a llenar
bijvullen colmar; llenar; rellenar; repostar; volver a llenar
dichtgooien cerrar; cubrir; rellenar; tapar; terraplenar
farceren llenar; rellenar
invullen rellenar
ophogen rellenar elevar; levantar; subir
opvullen llenar; rellenar
plomberen acolchar; cargar; colmar; empastar; llenar; rellenar
volgieten llenar; rellenar
volgooien llenar; rellenar
volmaken llenar; rellenar acabar; completar; dar fin a; finalizar; terminar
volplempen llenar; rellenar
volstorten llenar; rellenar
vullen acolchar; cargar; colmar; empastar; llenar; rellenar acolchar; colmar; llenar; llenar hasta el borde

Synonyms for "rellenar":


Wiktionary Translations for rellenar:


Cross Translation:
FromToVia
rellenar invullen fill out — to complete a form
rellenar farceren farcierenGastronomie: mit einer zuvor hergestellten Farce füllen
rellenar schuiven; vullen; opvullen; inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten fourrerintroduire, faire entrer, placer en quelque endroit, mettre parmi d’autres choses.
rellenar vullen; opvullen; opzetten rembourrergarnir de bourre, de laine, de crin, etc.
rellenar vervullen remplir — Emplir entièrement, rendre plein, combler.

External Machine Translations: