Summary
Spanish to Dutch: more detail...
- rico:
-
Wiktionary:
- rica → lekker, rijk
- rico → lekker, rijk, rijkelijk, smakelijk
- rico → welgesteld, heerlijk, smakelijk, lekker, machtig, stevig, aangename, aangenaam, lekkere, welvarend, succesvol, rijk, zoet, rap, vrijgevig, offervaardig, opofferingsgezind, genereus, gul, kwistig, rijkelijk, royaal, scheutig, gefortuneerd, vermogend, kostelijk, overheerlijk, fijn, van goede smaak getuigend, mals, sappig
Spanish
Detailed Translations for rica from Spanish to Dutch
rico:
-
rico (bienaventurado; apetitoso; muy rico; bueno; delicioso; magnífico; gustoso; escogido; bien; sublime; excelente; agradable)
smakelijk; lekker; verlokkend; aanlokkelijk-
smakelijk adj
-
lekker adj
-
verlokkend adj
-
aanlokkelijk adj
-
-
rico (adinerado; riquísimo; acaudalado)
-
rico (adinerado)
-
rico (acomodado; acaudalado; adinerado)
Translation Matrix for rico:
Related Words for "rico":
Synonyms for "rico":
Wiktionary Translations for rico:
rico
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
Wiktionary Translations for rica:
External Machine Translations: