Chauffage: translate French

Summary

French to Dutch: more detail...

chauffage:
- verwarming; centrale verwarming; kachel; het verwarmen; verwarmingsinstallatie; verhitting
Wiktionary:
- chauffage → verwarming
- chauffage → verwarming

French

Detailed Translations for chauffage from French to Dutch

le chauffage (chauffage central)
de verwarming; centrale verwarming
- verwarming [de ~ (v)] noun
- centrale verwarming [znw.] noun
le chauffage (poêle; radiateur; petit poêle)
de verwarming; de kachel
- verwarming [de ~ (v)] noun
- kachel [de ~] noun
le chauffage
de verwarming; het verwarmen
- verwarming [de ~ (v)] noun
- het verwarmen [znw.] noun
le chauffage
de verwarmingsinstallatie
- verwarmingsinstallatie [de ~ (v)] noun
le chauffage
de verwarming
- verwarming [de ~ (v)] noun
le chauffage (échauffement)
de verhitting
- verhitting [de ~ (v)] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
centrale verwarming	chauffage; chauffage central
het verwarmen	chauffage
kachel	chauffage; petit poêle; poêle; radiateur
verhitting	chauffage; échauffement
verwarming	chauffage; chauffage central; petit poêle; poêle; radiateur
verwarmingsinstallatie	chauffage

chauffage

noun

chauffage

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• chauffage	→ verwarming	↔ heating — a system that raises the temperature of a room or building