Summary
French to Dutch: more detail...
-
faire la connaissance:
-
Wiktionary:
faire la connaissance → ontmoeten, leren kennen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for faire la connaissance from French to Dutch
faire la connaissance: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- connaissance: kennis; bekende; weten; wetenschap; bekende persoon; medeweten; geest; verschijning; spook; schim; geestverschijning; spookverschijning; kennisje; vage kennis; kunst; truc; toer; handigheid; kneep; geleerdheid; stemming; gemoedstoestand; competentie; capabelheid
Wiktionary Translations for faire la connaissance:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• faire la connaissance | → ontmoeten; leren kennen | ↔ meet — be introduced to |
Related Translations for faire la connaissance
Dutch