Summary
French to Dutch: more detail...
-
passer la nuit à:
-
Wiktionary:
passer la nuit à → overnachten
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for passer la nuit à from French to Dutch
passer la nuit à: (*Using Word and Sentence Splitter)
- passer: aankomen; bezoeken; opzoeken; langskomen; inlopen; voorbijkomen; op bezoek komen; besteden; doorbrengen; slijten; inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; verlopen; vervallen; aflopen; vergaan; verstrijken; verstrekken; verlenen; schenken; geven; aangeven; aanreiken; reiken; aanlopen; komen aanlopen; oversteken; erdoor komen; doordrukken; doorstoten; dwars oversteken; drukkend door iets heen brengen; aantrekken; toestoppen; dichttrekken; voorbijvaren; reizen door; doorheen reizen
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- nuire: duperen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; nadeel toebrengen; schaden; kwaad doen; nadelig zijn; aantasten; beschadigen; bederven; aanvreten; benadelen; nadeel berokkenen; bezoedelen; eer door het slijk halen; omlaagbrengen
- nuit: nacht; overnachting; donker; duister; duisternis; donkerte; deemstering
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
Wiktionary Translations for passer la nuit à:
passer la nuit à
verb
-
ergens de nacht doorbrengen
Related Translations for passer la nuit à
Dutch
Detailed Translations for passer la nuit à from Dutch to French
passer la nuit à: (*Using Word and Sentence Splitter)
- passer: compas
- la: tiroir; petit tiroir
- A: A; TOUS PUBLICS
- à: à