French
Detailed Translations for tonnelier from French to Dutch
tonnelier: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tonne: bak; pot; ton; vat; emmer; kuip; fust; barrel; teil; scheepston
- lier: verbinden; koppelen; samenvoegen; aaneenschakelen; onderling verbinden; van verband voorzien; verzekeren; binden; inbinden; boekbinden; kluisteren; ketenen; knopen; vastbinden; strikken; knevelen; aangaan; aanknopen; vastsjorren; vastmaken; aan elkaar bevestigen; vastleggen; boeien; intrigeren; fascineren; vastknopen; aan elkaar knopen; aan elkaar binden; aan een touw vastleggen; bevestigen; vastzetten; afbinden; dichtbinden; afsnoeren; toebinden; ergens aan bevestigen
- tonner: schreeuwen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; knallen; razen; woeden; onweren; donderen; tekeergaan; uitroepen; uitschreeuwen; het uitgillen