French
Detailed Translations for mettre à disposition from French to Dutch
mettre à disposition: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mettre: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; aantrekken; aankleden; aandoen; wegleggen; bijzetten; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; veroorzaken; aanrichten; aanstichten; bevestigen; vastleggen; verzekeren; verbinden; vastmaken; vastzetten; vastbinden; onderuit halen; dichttrekken; bedienen; opdienen; voorzetten; omdoen; opdissen; aan tafel bedienen; voordoen; posten; neervlijen; voorbinden; iets neerleggen; posteren
- émettre: zenden; uitstralen; uitzenden; rondstralen; uitbrengen; publiceren; openbaren; overmaken; opsturen; posten; toezenden; doen toekomen; iem. iets sturen; versturen; emitteren; omroepen; programma uitzenden
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- disposition: beschikking; beschikbaarheid; gevoel; aanvoelen; feeling; staat; conditie; toestand; humeur; bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; confessie; stemming; gemoedstoestand; vergelijk; compromis; neiging; hang; temperament; inborst; inclinatie; geneigdheid; gemoedsaard; indeling
- à disposition: beschikbaar