French
Detailed Translations for point barre from French to Dutch
point barre: (*Using Word and Sentence Splitter)
- poindre: gloren
- point: geen; vlek; stip; spat; nop; vlekje; stippel; moesje; stipje; spatje; spikkel; punt; point
- à point: op tijd; tijdig; stipt; bijtijds
- barre: stok; staf; stang; baton; staaf; tablet; plak; pastille; reep chocolade; gerecht; balie; rechtbank; hof; gerechtshof; tribunaal; chocolade; streep; reep; linie; chocoladereep; lijn; schreef; rij; gelid; getuigenbank; balustrade; balkonhek
- barrer: blokkeren; stremmen; doorstrepen; afzetten; afbakenen; begrenzen; omlijnen; afpalen; tegenwerken; kruisen; dwarsbomen; dwarsliggen; laveren; tegen de wind in varen; afsluiten; beperken; inperken; indammen; limiteren; inkapselen; naar einde toewerken; versperren; barricaderen
- barré: dicht; gesloten; toe; afgesloten; dicht zijn; doorhalen
Wiktionary Translations for point barre:
point barre
interj
-
(familier, fr) Tout a été dit, il n’y a rien à rajouter.
- point barre → punt uit