French
Detailed Translations for vie à deux from French to Dutch
vie à deux: (*Using Word and Sentence Splitter)
- vie: zijn; bestaan; leven; existentie; levensduur; levensschets
- à vie: eeuwig; levenslang; eindeloos; eeuwigdurend; altijddurend
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- deux: twee; paar; koppel; stel; tweetal; stelletje; twee stuks
- à deux: samen; gezamenlijk; tezamen; met z'n beiden; gepaard; twee aan twee
Wiktionary Translations for vie à deux:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vie à deux | → samenzijn | ↔ Zweisamkeit — meist harmonisches, oft romantisches Zusammensein von zwei Personen, ohne störende andere Personen; im übertragenen Sinn auch für andere Lebewesen oder Organisationen |