French
Detailed Translations for l’intérieur à l’extérieur from French to Dutch
l’intérieur à l’extérieur: (*Using Word and Sentence Splitter)
- intérieur: interieur; binnenkant; binnenzijde; innerlijk; binnenin; binnenste; aan de binnenkant; psyche; van binnen; inwendige; intern; binnenlands; inwendig; middelste; binnenlandse; nationale
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- extérieur: uiterlijk; uitwendig; buitenkant; buitenzijde; voorkomen; vorm; verschijning; gedaante; vertoon; aangezicht; iemand zijn uiterlijk; aanzien; exterieur; buitenlands; uit een vreemd land; buitenste; extern; uitwonend; type; gelaat
Spelling Suggestions for: l’intérieur à l’extérieur
External Machine Translations:
Related Translations for l’intérieur à l’extérieur
Dutch
Suggestions for l’intérieur à l’extérieur in Dutch
Spelling Suggestions for: l’intérieur à l’extérieur
External Machine Translations: