French
Detailed Translations for faire du foot from French to Dutch
faire du foot: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- devoir: willen; moeten; believen; dienen; verplicht zijn; plicht; werkstuk; verhandeling; schrijfwerk; probleem; moeilijkheid; ingewikkeldheid; schuldig zijn
- déçu: betrokken; teleurgesteld; sip; beteuterd; wijsgemaakt
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan
- foot: voetbal; voetbalspel
Spelling Suggestions for: faire du foot
Wiktionary Translations for faire du foot:
faire du foot
verb
-
een spel met een voetbal spelen
External Machine Translations: