French
Detailed Translations for du tout au tout from French to Dutch
du tout au tout: (*Using Word and Sentence Splitter)
- devoir: willen; moeten; believen; dienen; verplicht zijn; plicht; werkstuk; verhandeling; schrijfwerk; probleem; moeilijkheid; ingewikkeldheid; schuldig zijn
- déçu: betrokken; teleurgesteld; sip; beteuterd; wijsgemaakt
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan
- tout: alles; allemaal; alle; gehele; ruimte; heelal; universum; wereldruimte
Wiktionary Translations for du tout au tout:
du tout au tout
adverb
-
Se dit de la différence entre deux choses que quelqu’un compare ensemble et qui diffèrent extrêmement l’une de l’autre.
- du tout au tout → finaal