French
Detailed Translations for sens propre from French to Dutch
sens propre: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sens: doel; zin; nut; richting; koers; inhoud; betekenis; orgaan; zintuig; bedoeling; gevoel; sentiment; beduiding; beduidenis; maat; mate; afmeting; grootte; omvang; formaat; dimensie; belang; gewichtigheid; geest; strekking; teneur
- sensé: verstandig; correct; doordacht; raadzaam; zinnig; bedachtzaam; pienter; nadenkend; wijselijk; weldenkend; zinvol; zinrijk; fantastisch; gaaf; wijs; waanzinnig; te gek; reuze; krankzinnig; fabelachtig
- sentir: voelen; iets voelen; ervaren; beleven; ondervinden; gewaarworden; aanvoelen; voorvoelen
- propre: schoon; hygienisch; rein; kuis; netjes; zuiver; gereinigd; gekuist; zindelijk; zorgvuldig; keurig; proper; net; typisch; beleefd; voorkomend; kenmerkend; karakteristiek; typerend; tekenend; gemanierd; wellevend; fatsoenlijk; beschaafd; welgemanierd; welopgevoed; puur; maagdelijk; onschuldig; vlekkeloos; onbevlekt; hygiënisch; smetteloos; brandschoon
- propre à: eigen aan