Summary
French to Dutch: more detail...
-
avant-coureur:
-
Wiktionary:
avant-coureur → aankondigend -
Synonyms for "avant-coureur":
annonciateur; précurseur; avant-courrier; prémonitoire; éclaireur; messager; présage; prélude; avant-garde; augure; fourrier; prodromique; prophétique; divinateur; inspiré
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for avant-coureur from French to Dutch
avant-coureur: (*Using Word and Sentence Splitter)
- avant: eerder; vroeger; voorheen; voordien; vooraf; van tevoren; tevoren; binnen; binnen een tijdsspanne; vantevoren; voorschip; aanvaller; voorspeler; voorhoedespeler; spitsspeler
- coureur: loper; jogger; hardloper; renner; sprinter; wielrenner; coureur; loopvogel; autocoureur; korteafstandloper; hardrijder
avant-coureur:
Synonyms for "avant-coureur":
Wiktionary Translations for avant-coureur:
avant-coureur
adjective
-
Qui annoncer ou présager quelque chose qui devoir lui succéder, ou arriver prochainement.
- avant-coureur → aankondigend