Summary
French to Dutch: more detail...
-
bouche à oreille:
-
Wiktionary:
bouche à oreille → mond-tot-mondcommunicatie
bouche à oreille → mond-tot-mond
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for bouche à oreille from French to Dutch
bouche à oreille: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bouche: mond
- boucher: slager; vleeshouwer; stoppen; gaten dichten; gaten stoppen; dichten; breeuwen; afsluiten; slachter; kurken; naar einde toewerken; dichtkurken
- bouché: verstopt; gedicht; afgedicht
- bouchée: hapje; tussendoortje; snack; hap; bonbon; chocolaatje; mondvol
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- oreille: oor; gehoororgaan; gehoorzin
Wiktionary Translations for bouche à oreille:
bouche à oreille
Cross Translation:
noun
-
mode de transmission orale entre deux personnes, puis vers une autre, etc., souvent à propos d’une opinion ou d’une rumeur.
- bouche à oreille → mond-tot-mondcommunicatie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bouche à oreille | → mond-tot-mond | ↔ word of mouth — verbal means of passing of information |