Summary
French to Dutch: more detail...
-
surfait:
-
Wiktionary:
surfait → schreeuwlelijk, opvallend, ordinair, overschat
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for surfait from French to Dutch
surfait: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- fait: beëindigd; gepleegd; feit; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; gemaakt; geproduceerd; vervaardigd; gecreëerd; geboren; geschapen; ter wereld gekomen; voorval; incident; gebeurtenis; evenement; gevormd; volbracht; zaak; geval; kwestie; aangelegenheid; affaire; actie; handeling; uitgevoerd; daad; aktie; verricht; casus; voltrokken
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend