French
Detailed Translations for bon pour pouvoir from French to Dutch
bon pour pouvoir: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bon: lekker; heerlijk; smakelijk; zalig; verrukkelijk; hemels; overheerlijk; kostelijk; reuzelekker; geschikt; bekwaam; capabel; competent; aanlokkelijk; verlokkend; bon; coupon; juist; passend; gepast; adequaat; akkoord; in orde; mee eens; eerlijk; braaf; rechtvaardig; rechtschapen; rechtgeaard; aardig; vriendelijk; aangenaam; behulpzaam; voorkomend; plezierig; attent; hulpvaardig; tof; mild; waardebon; tegoedbon; zachtaardig; goedaardig; goedhartig; zachtmoedig; goeiig; goedmoedig; goedig; zachtzinnig
- pour: bij; te; via; ter; ten gunste van; pro; behoeve; bij wijze van; bedoeld als; om zo te zeggen; voor
- pouvoir: kunnen; vermogen; in staat zijn; mogen; iets mogen; macht; gezag; autoriteit; heerschappij; kracht; bevoegdheid; bevoegd zijn; zeggenschap; voogdij; vergunning; licentie; volmacht; mandaat; autoriteiten; procuratie; gezaghebbers
Wiktionary Translations for bon pour pouvoir:
bon pour pouvoir
noun
-
Attestation écrite donnant pouvoir à quelqu’un.
- bon pour pouvoir → machtiging