French
Detailed Translations for à plat from French to Dutch
à plat: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- plat: gerecht; schotel; eten; maaltijd; diner; maal; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; kosten; kost; uitgaven; onkosten; uitgaaf; voedsel; voedingsmiddelen; schoteltje; sluik; presenteerblaadje; glad neerliggend; plaat; uniform; trog; eenvormig; etensbakje; voedertrog; voederkrib
Spelling Suggestions for: à plat
à plat:
Synonyms for "à plat":
External Machine Translations:
Related Translations for à plat
Dutch
Detailed Translations for à plat from Dutch to French
à plat: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: A; TOUS PUBLICS
- à: à
- plat: mou; fade; insipide; défraîchi; peu appétissant; plat; lisse; égal; uniforme; uniformément; tout net; sans égards; sans détours; sans cérémonies; aplati; égalisé; bas; méchant; sale; cochon; vilain; basse; dégueulasse; ignoble; infâme; vil; méprisable; infect; grossière; malpropre; grossièrement; crapuleux; bassement; ignoblement; crapuleusement; horizontal; commun; banal; ordinaire; grossier; populaire; vulgaire; trivial; vulgairement; populacier; d'une façon vulgaire
Spelling Suggestions for: à plat
External Machine Translations: