Summary
French to Dutch: more detail...
- affinité:
-
Wiktionary:
- affinité → affiniteit, verwantschap
- affinité → welgezindheid, affiniteit
French
Detailed Translations for affinité from French to Dutch
affinité:
-
l'affinité
de affiniteit -
l'affinité (corrélation; connexion; cohérence; rapport; liaison; lien; réciprocité; cohésion; parenté; relation; interaction; consistance; analogie)
-
l'affinité (parenté)
Translation Matrix for affinité:
Synonyms for "affinité":
Wiktionary Translations for affinité:
affinité
Cross Translation:
noun
affinité
noun
-
een geestelijk verwantschap
-
scheikunde|nld de geneigdheid om verbindingen te vormen
-
(natuurkunde, nld) de aantrekking die bij de aanraking van twee verschillende stoffen plaatsvindt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• affinité | → welgezindheid; affiniteit | ↔ affinity — natural attraction for something |