French
Detailed Translations for porte à tambour from French to Dutch
porte à tambour: (*Using Word and Sentence Splitter)
- porte: deur; stadspoort; toegang; ingang; entree; inlaat; poort; gate
- porter: dragen; aan hebben; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; ondersteunen; steunen; torsen; gebukt gaan onder; rugsteunen; zenden; versturen; veroorzaken; aandoen; afvoeren; berokkenen; meedragen; wegslepen; wegvoeren; wegdragen; wegsjouwen; naar boven brengen; naar boven dragen; opwaarts dragen; omhoogdragen; naar boven tillen; sjouwen; zeulen; toebrengen
- portée: reikwijdte; range; verspreidingsgebied; draagwijdte; bereik; bandbreedte; inhoud; betekenis; notenbalk; volume; grootte in de ruimte; bedoeling; spanwijdte; beduiding; beduidenis; geest; strekking; teneur; hoorbereik; gehoorsafstand
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- tambour: trommel; trom; drummer; slagwerker; percussionist; tamboer; raderkast
Wiktionary Translations for porte à tambour:
porte à tambour
noun
porte à tambour
-
Porte tournante subdivisée en plusieurs compartiments afin d’empêcher les courants d’air.
- porte à tambour → draaideur
noun
-
constructie van drie of vier deurbladen die rondom een gezamenlijke verticale as kunnen draaien, ter vervanging van een gewone deur m.n. gebruikt in winkels, ziekenhuizen enz.
External Machine Translations: