French
Detailed Translations for nom de mois from French to Dutch
nom de mois: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Nom: Achternaam
- nom: naam; reputatie; roep; faam; term; aanduiding; benaming; benoeming; naamwoord; substantief; zelfstandig naamwoord; znw.; achternaam; label
- de: van; vanaf; per; uit; weg; vanaf deze plaats; in; te; aan; bij; erbij; erop; van de zijde van
- dé: dobbelsteen; teerling
- mois: maand
Wiktionary Translations for nom de mois:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nom de mois | → maand | ↔ Monatsname — die Bezeichnung eines Monats |