French
Detailed Translations for faire la lecture from French to Dutch
faire la lecture: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- Lecture: Afspelen
- lecture: lezen; versie; leer; lering; leerstuk; leerstelling; geloofsleer; lectuur; leesvoer; lezing; voorlezing; leesbeurt; afspelen
Spelling Suggestions for: faire la lecture
Wiktionary Translations for faire la lecture:
faire la lecture
verb
-
lire à haute voix un livre à quelqu’un.
- faire la lecture → voorlezen
External Machine Translations:
Related Translations for faire la lecture
Dutch
Detailed Translations for faire la lecture from Dutch to French
External Machine Translations: