French
Detailed Translations for tout prêt from French to Dutch
tout prêt: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tout: alles; allemaal; alle; gehele; ruimte; heelal; universum; wereldruimte
- prêt: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; gedaan; gereed; gaar; volbracht; doorgekookt; paraat; snel; vlot; vlug; rap; gekookt; genegen; startklaar; lening
- âpreté: barheid; bitterheid; wrangheid; guurheid
Wiktionary Translations for tout prêt:
tout prêt
adjective
-
Fait à l’avance, préparé.
- tout prêt → kant-en-klaar