Summary
French to Dutch: more detail...
-
court-circuit:
-
Wiktionary:
court-circuit → kortsluiting
court-circuit → kortsluiting -
Synonyms for "court-circuit":
shunt; court-jus
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for court-circuit from French to Dutch
court-circuit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- courir: rennen; hardlopen; hollen; sprinten; pezen; draven; hard rennen; racen; motorracen; snellen; hardrijden; reppen; jachten; spoeden; jakkeren; galopperen; azen; prooizoeken; opjagen
- court: beknopt; summier; vluchtig; haastig; kortstondig; terloops; tennisbaan; tennisveld; kortaf; korzelig; wrevelig; snauwend
- écourté: verkort; ingekort; beknopt; bekort
- circuit: circuit; baan; parcours; rit; trip; rondreis; tour; toer; rondrit; tochtje; racebaan; ring; stadionring; stroomkring; cyclus; kringloop
court-circuit:
Synonyms for "court-circuit":
Wiktionary Translations for court-circuit:
court-circuit
Cross Translation:
noun
court-circuit
-
élec|fr connexion volontaire ou accidentelle de deux points d’un circuit électrique entre lesquels il existe une différence de potentiel, par un conducteur de faible résistance.
- court-circuit → kortsluiting
noun
-
het plaatsvinden van een gewenste of ongewenste weerstandloze verbinding in een stroomkring
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• court-circuit | → kortsluiting | ↔ short circuit — an unintentional connection of low resistance or impedance in a circuit |