French

Detailed Translations for intéresse from French to Dutch

intéresse:


Synonyms for "intéresse":


intéressé:

intéressé [le ~] noun

  1. l'intéressé (personne intéressée)
  2. l'intéressé
  3. l'intéressé
    Warm
  4. l'intéressé (partie engagée)
    de belanghebbende
  5. l'intéressé (candidat sérieux)
    de reflectant

Translation Matrix for intéressé:

NounRelated TranslationsOther Translations
belanghebbende intéressé; partie engagée partie prenante
belangstellende intéressé; personne intéressée
geïnteresseerde intéressé
reflectant candidat sérieux; intéressé
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
Warm intéressé
aandachtig attentif; attentionné; attentive; attentivement; avec intérêt; avec vigilance; intéressé; plein d'intérêt; vigilant
belangstellend attentif; attentionné; attentive; attentivement; avec intérêt; intéressé; plein d'intérêt
betrokken concerné; intéressé couvert; déconcerté; dépité; déçu
geïnteresseerd attentif; attentionné; attentive; attentivement; avec intérêt; intéressé; plein d'intérêt
hebberig avide; cupide; intéressé; qui veut toujours tout avoir; égoïste
hebzuchtig avide; cupide; intéressé; qui veut toujours tout avoir; égoïste
inhalig avide; cupide; intéressé; qui veut toujours tout avoir; égoïste avare; chiche; ladre; mesquin; parcimonieux; pingre; radin
oplettend attentif; attentivement; avec vigilance; intéressé; plein d'intérêt; vigilant alerte; vif
opmerkzaam attentif; attentivement; avec vigilance; intéressé; plein d'intérêt; vigilant
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ermee gemoeid zijn concerné; intéressé

Synonyms for "intéressé":


Wiktionary Translations for intéressé:

intéressé
adjective
  1. er belang bij hebben

Cross Translation:
FromToVia
intéressé geïnteresseerd; geïnteresseerde interested — having or showing interest
intéressé belangstellende; geïnteresseerde Interessent — ein Bewerber für eine Aufgabe, Position, einen Job und andere

intéresse form of intéresser:

intéresser verb (intéresse, intéresses, intéressons, intéressez, )

  1. intéresser (éveiller l'intérêt)
    interesseren; belangstelling opwekken
    • interesseren verb (interesseer, interesseert, interesseerde, interesseerden, geïnteresseerd)
    • belangstelling opwekken verb (wek belangstelling op, wekt belangstelling op, wekte belangstelling op, wekten belangstelling op, belangstelling opgewekt)
  2. intéresser (concerner; regarder; toucher; se rapporter à; atteindre)
    betreffen; aangaan; slaan op
    • betreffen verb (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)
    • aangaan verb (ga aan, gaat aan, ging aan, gingen aan, aangegaan)
    • slaan op verb (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, geslagen op)

Conjugations for intéresser:

Présent
  1. intéresse
  2. intéresses
  3. intéresse
  4. intéressons
  5. intéressez
  6. intéressent
imparfait
  1. intéressais
  2. intéressais
  3. intéressait
  4. intéressions
  5. intéressiez
  6. intéressaient
passé simple
  1. intéressai
  2. intéressas
  3. intéressa
  4. intéressâmes
  5. intéressâtes
  6. intéressèrent
futur simple
  1. intéresserai
  2. intéresseras
  3. intéressera
  4. intéresserons
  5. intéresserez
  6. intéresseront
subjonctif présent
  1. que j'intéresse
  2. que tu intéresses
  3. qu'il intéresse
  4. que nous intéressions
  5. que vous intéressiez
  6. qu'ils intéressent
conditionnel présent
  1. intéresserais
  2. intéresserais
  3. intéresserait
  4. intéresserions
  5. intéresseriez
  6. intéresseraient
passé composé
  1. ai intéressé
  2. as intéressé
  3. a intéressé
  4. avons intéressé
  5. avez intéressé
  6. ont intéressé
divers
  1. intéresse!
  2. intéressez!
  3. intéressons!
  4. intéressé
  5. intéressant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for intéresser:

NounRelated TranslationsOther Translations
aangaan concerner; fait d'affecter; fait de toucher à
betreffen concerner; fait d'affecter; fait de toucher à
interesseren s'intéressé à
VerbRelated TranslationsOther Translations
aangaan atteindre; concerner; intéresser; regarder; se rapporter à; toucher commencer; compatir; concerner; débuter; démarrer; engager; entamer; entreprendre; lier; mettre en marche; nouer; prendre; regarder; s'agir de; s'intéresser; toucher
belangstelling opwekken intéresser; éveiller l'intérêt
betreffen atteindre; concerner; intéresser; regarder; se rapporter à; toucher concerner; regarder; s'agir de; toucher
interesseren intéresser; éveiller l'intérêt
slaan op atteindre; concerner; intéresser; regarder; se rapporter à; toucher

Synonyms for "intéresser":


Wiktionary Translations for intéresser:

intéresser
verb
  1. nieuwsgierig maken

Cross Translation:
FromToVia
intéresser zorgen care — to be concerned about
intéresser interesseren interest — to attract attention or concern

Related Translations for intéresse



Dutch

Detailed Translations for intéresse from Dutch to French

interesse:

interesse [de ~ (v)] noun

  1. de interesse (geboeidheid; belangstelling; animo; zin; fascinatie)
    l'envie; le plaisir; le fort intérêt; la fascination; l'attention; la ferveur; la passion; le goût; l'élan; l'énergie; l'ardeur; l'entrain
  2. de interesse (belangstelling; aandacht)
    l'intérêt; l'attention

Translation Matrix for interesse:

NounRelated TranslationsOther Translations
ardeur animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aandrang; aandrift; ambitie; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drang; drift; eerzucht; elan; energie; enthousiasme; esprit; felheid; fut; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; ijver; ijverigheid; intensiteit; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; warmte; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zorgzaamheid
attention aandacht; animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aandacht; aanschouwen; acht; attentie; bekijks; juistheid; nauwlettendheid; observeren; oplettendheid; opmerkzaamheid; oppassen; preciesheid; stiptheid; uitkijken; zien
entrain animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
envie animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin afgunst; begeerte; begeren; begerige ijver; drift; genoegen; genot; graagte; gretigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; jaloezie; kif; kinnesinne; lust; naijver; nijd; smachten; verlangen; wellust; wensen; zucht
fascination animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie
ferveur animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin drift; elan; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; overgave; passie; pit; temperament; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
fort intérêt animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
goût animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin smaakje; smaakzin
intérêt aandacht; belangstelling; interesse interest; rente; revenu; wenselijkheid
passion animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin bevlogenheid; bezetenheid; bezieling; devotie; drift; enthousiasme; felheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gevoeligheid; gloed; hartelijkheid; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; ijver; innigheid; intensiteit; inzet; jool; kracht; leut; liefkozing; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; tederheid; toegewijdheid; toewijding; trouw; verlangen; verliefdheid; vurigheid; vuur; wellust; wens; zachtheid; zorgzaamheid
plaisir animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aardigheid; amusement; blijheid; blijmoedigheid; content; drift; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; seksuele begeerte; smetteloosheid; tevredenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; vrolijkheid; welgevallen
élan animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin bevlogenheid; bezieling; drift; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
énergie animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aandrift; arbeidskracht; arbeidsvermogen; daadkracht; daadkrachtigheid; doortastendheid; dynamiek; electrische stroom; energie; esprit; felheid; fiksheid; fut; incasseringsvermogen; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; manhaftigheid; momentum; pittigheid; puf; sterkte; stroom; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid

Related Words for "interesse":

  • interesses

Wiktionary Translations for interesse:

interesse
noun
  1. belang
  2. belangstelling

Cross Translation:
FromToVia
interesse intérêt interest — great attention and concern from someone
interesse intérêt Interesse — Gefühl oder Einstellung, von etwas mehr wissen zu wollen
interesse → centre d'intérêt Interesse — Tätigkeit, die man mag und in seiner Freizeit ausübt

Related Translations for intéresse