French
Detailed Translations for aller à bicyclette from French to Dutch
aller à bicyclette: (*Using Word and Sentence Splitter)
- aller: gaan; zich begeven; zullen; treden; heenrijden; heenvlucht; vliegreis heen; heenweg; heenrit; enkele reis
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- bicyclette: fiets; rijwiel; tweewieler
Wiktionary Translations for aller à bicyclette:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aller à bicyclette | → fietsen; pedaleren | ↔ Rad fahren — (intransitiv) mit einem Fahrrad fahren |